Axenroos
Kinderen gaan op velerlei wijzen met elkaar om, ze spelen, ze praten, ze vechten.
Ze zoeken contact, ze trekken zich graag terug, ze werken samen…
Iedereen is verschillend, elk kind, elke volwassene heeft een eigen manier om te
reageren op gebeurtenissen, op andere kinderen en volwassenen. Geen enkele
manier is fout en geen enkele manier is goed. Op de ene situatie reageer je soms
anders dan op de andere. Een kind kan met één kind goed overweg en het andere
speelgenootje vindt hij vervelend. Sommige kinderen voelen zich kiplekker in
omgang met klasgenootjes, anderen dreigen uit de boot te vallen.
De dieren van de Axenroos hebben allemaal hun eigen manier van doen, hebben allemaal hun eigen relatiewijzen. Het ene dier neemt graag de leiding, het andere volgt graag. Het ene dier helpt graag en nog een ander geniet ontzettend van cadeautjes en verwennerijen. Elkeen kan zich in relaties gedragen als verschillende dieren, maar toch kan één wijze wel sterker aanwezig zijn.
Soms kunnen deze dieren heel ver gaan in hun gedragingen en dan kan het gebeuren dat zo'n dier een pestkop wordt, of misschien wel gepest wordt. Net zoals de moedertaal op school wordt bijgeschaafd, verrijkt en spraakkundig ontleed, zo verdient ook de sociale omgangstaal een zelfde aandacht en methodiek. De axenroos is hierbij een zeer zinvol instrument. Het geeft een eenvoudig en toch volledige kijk op hoe mensen zich ten opzichte van elkaar kunnen gedragen. Op een speelse manier leren kinderen mogelijke gedragsvormen verkennen en beleven.
- "Ik leer jou leiden", zegt de leeuw.
- "Ik leer jou volgen", zegt de kameel.
- "Van mij leer je zorgen", zegt de bever.
- "Van mij leer je genieten", zegt de poes.
- "Zie hoe ik mij toon", zegt de pauw.
- "Ik kijk naar jou op", zegt de wasbeer.
- "Ik leer jou stil te houden", zegt de uil.
- "Bij mij mag je tijd nemen om te ondergaan", zegt de schildpad.
- "Leer toch maar aanvechten", zegt de havik.
- "Leer ook maar weerstaan", zegt de steenbok.
Met het voorbeeld van deze dieren bij de axenroos, krijgen de kinderen beelden en woorden om hun gedrag te benoemen. Ze leren zichzelf beter kennen. Leren conflicten helder bespreken. Ze leren dat al deze types van gedragingen goed zijn. De axenroos is een middel, een kader om gedragingen te observeren en te classificeren. Het is een bril die we hanteren om doorheen heel het klasgebeuren en ook daarbuiten naar ons eigen gedrag en dat van klasgenoten en vriendjes te kijken.
De axenroos werd ontwikkeld door Ferdinand Cuvelier.
Overzicht van de dieren en hun eigenschappen :
Een kind dat zich gedraagt als een havik, kan
aanwijzen wat fout loopt of onjuist is. Het heeft
een kritische blik en deinst er niet voor terug
onrechtvaardigheden aan te vechten.
Het stelt
kritische vragen om te toetsen of er in datgene wat
aangeboden wordt geen onjuistheden of fouten te
ontdekken zijn.
Een kind dat zich gedraagt als een steenbok,kan zijn terrein afbakenen. Het kan weerstaan aan de eisen van anderen.Het zal hulp weigeren voor taken die het zelf aankan.Het laat zich de 'goederen' die het niet wil aannemen in geen geval opdringen.
Een kind dat zich gedraagt als een uil,wil soms eens alleen zijn,het blijft op afstand.Het kan informatie voor zich houden.Het wil niet altijd hulp bieden,wil niet overal aanwezig zijn, vertelt niet over zichzelf.
Een kind dat zich gedraagt als een schildpad,is
onzeker, twijfelt, weet niet wat te doen. Het durft
hier ook voor uitkomen.
Het durft toe te geven dat
het bang en moe is, en dat het iets niet kan of iets
fout gedaan heeft.
Een kind dat zich gedraagt als een pauw, toont zich,
stapt naar anderen toe, neemt contact op, biedt
zich aan om mee te spelen.
Het kan uitspreken waar
het goed en minder goed in is,wat zijn kwaliteiten en
tekortkomingen zijn. Het kan eigen ervaringen,
gevoelens, meningen meedelen aan anderen…
Een kind dat zich gedraagt als een wasbeer,geeft aandacht aan de anderen, luistert naar wat de ander te vertellen heeft, uit zijn waardering, nodigt anderen uit om mee te spelen…
Een kind dat zich gedraagt als een leeuw,kan uitleggen hoe een spel in elkaar zit,geeft duidelijke richtlijnen, geeft informatie aan anderen, doet voorstellen, geeft advies…
Een kind dat zich gedraagt als een kameel, voert een gegeven opdracht uit, vraagt om uitleg, zoekt informatie op, vraagt raad…..
Een kind dat zich gedraagt als een bever,staat klaar om te helpen,om op te ruimen,om een ander een plezier te doen. Het deelt snoepjes en/of andere bezittingen met de anderen.
Een kind dat zich gedraagt als een poes, kan om hulp vragen, kan genieten als anderen hulp aanbieden. Het is dankbaar voor wat het aangeboden krijgt (snoepjes, cadeautjes, een helpende hand…)